1. INLEIDING: VOOR OUDERS EN DOCENTEN
2. PSYCHOLOGISCHE STROMINGEN
2.1. “Behaviourisme”
2.2. Cognitieve psychologie
2.3. Cognitieve gedragstherapie
2.4. Sociale psychologie
2.5. “Nature nurture”
3. LESMETHODEN
3.1. Begeleid zelfstandig leren
3.2. Coöperatief leren
3.3. Huiswerk
3.4. Klassikaal onderwijs
3.5. Masterclass
3.6. Practicum
3.7. Webquest
3.8. Probleemgestuurd onderwijs
3.9. “No blame”
1. INLEIDING: VOOR OUDERS EN DOCENTEN
Hoewel vaak gedacht wordt dat wetenschap ingewikkeld is, is het grote verschil tussen wat je normaal gesproken doet en wat wetenschappers doen, gelegen in de manier van handelen. Deze manier van handelen is bij wetenschappers methodisch te noemen en dat wil niets anders zeggen dan dat zij op een bepaalde manier te werk gaan. Normaliter zijn er vier gangbare manieren om informatie te verzamelen die iedereen wel kent. Informatie verzamelen en daaraan conclusies verbinden, wordt in het dagelijkse leven geen wetenschap genoemd. Alleen als je de juiste methoden gebruikt, mag je het immers maatschappelijk en wetenschappelijk verantwoord onderzoek noemen. De manieren om informatie te verzamelen, zijn:
● experimenten uitvoeren
● het verzamelen van voorwerpen en documenten
● mensen observeren
● informatie verzamelen bij mensen (vragenlijsten, enquêtes)
De eerste manier van informatie verzamelen, is misschien niet de manier die je iedere dag toepast, maar de overige drie manieren zullen vast herkenbaar zijn. Als je bijvoorbeeld thuis een gezinslid complimentjes geeft, zodat je spullen mag lenen, dan voer je dus een experiment uit. Je wijzigt jouw gedrag, zorgt ervoor dat andere dingen niet veranderen en je wacht af of het gedrag van het gezinslid (afhankelijke variabele) verandert. Als je deze methode kunt herhalen en kunt controleren wat je gedaan hebt, heb je een wetenschappelijk experiment uitgevoerd.
2. PSYCHOLOGISCHE STROMINGEN
SAMENSPEL neemt als uitgangspunten de psychologische stromingen ‘behaviourisme’ en ‘cognitieve psychologie’, de cognitieve gedragstherapie, de sociale psychologie en 'nature nurture’.
2.1. “BEHAVIOURISME”
Het “behaviourisme” bestudeert menselijk gedrag. Niet alleen zichtbaar gedrag, maar ook dingen die je niet kunt zien, zoals gevoelens en gedachten vallen onder gedrag. De mens wordt hierbij bestudeerd in zijn omgeving. Binnen het “behaviourisme” wordt
gezocht naar relaties tussen het gedrag van mensen en zijn omgeving. Hierbij wordt gekeken hoe het gedrag van mensen ontstaat en geleerd wordt. Binnen de gedragstherapie wordt vooral gekeken naar het gedrag. Volgens het “behaviourisme” bepaalt jouw gedrag hoe je je voelt. Als je bepaalde dingen doet of niet doet (niet vliegen omdat je bang bent), is dat bepalend voor hoe je je voelt (je wordt alleen maar banger om te vliegen). Als je naar een gedragstherapeut gaat, dan ga je samen kijken of je ‘probleemgedrag’ hebt en wanneer dit gedrag voorkomt. Vervolgens leer je hoe je jouw gedrag kunt veranderen als je te maken krijgt met situaties die het probleemgedrag uitlokken. Daarvoor krijg je huiswerkopdrachten.
2.2. COGNITIEVE PSYCHOLOGIE
In tegenstelling tot het “behaviourisme” bestudeert de cognitieve psychologie enkel onzichtbare psychische processen oftewel denkprocessen (cognitie), zoals het verwerken van informatie, het geheugen, hoe je problemen oplost, en hoe je kennis leert. Volgens de cognitieve therapie bepaalt de manier waarop je denkt hoe je je voelt en wat je doet. Als je negatief denkt, dan voel je je daardoor gemakkelijker angstig, verdrietig, geïrriteerd en of somber. Daardoor zal je je ook negatief gedragen. Als je cognitieve therapie krijgt, wordt er gekeken naar de manier waarop jij denkt. Klopt die manier van denken eigenlijk wel? (Bijvoorbeeld ‘klopt het dat anderen mij zien als iemand die altijd gefaald heeft?’) Ook daarvoor krijg je huiswerkopdrachten.
2.3. COGNITIVE GEDRAGSTHERAPIE
Als je het behaviourisme en de cognitieve therapie combineert, krijg je de cognitieve gedragstherapie. Met deze therapie, die bewezen effectief is, kun je niet alleen het denken van mensen veranderen, maar ook hun gedrag.
2.4. SOCIALE PSYCHOLOGIE
Daarnaast baseert SAMENSPEL zich op de sociale psychologie. De sociale psychologie bestudeert op een wetenschappelijke manier hoe het gedrag, de gevoelens en de gedachten van mensen beïnvloedt worden door echte personen en ingebeelde personen. Met de invloed van ingebeelde anderen wordt de invloed van bijvoorbeeld de televisie en de normen van onze maatschappij bedoelt. Het gedrag van mensen is volgens de sociale psychologie dus te verklaren als een samenspel (interactie) van persoonlijke factoren en sociale situaties. De sociale psychologie bestudeert een aantal thema’s, zoals:
● Hoe ontstaan stereotype denkbeelden en hebben die invloed op ons gedrag?
● Waarom willen mensen deel uitmaken van groepen en welke gevolgen heeft dat?
● Hoe werkt de invloed van politieke campagnes en reclames?
In SAMENSPEL wordt op basis van de sociale psychologie aandacht besteedt aan de invloed van vooroordelen, groepen en van reclames.
2.5. “NATURE NURTURE”
Tenslotte wordt in SAMENSPEL aandacht besteed aan “nature nurture”. “Nature nurture” gaat er vanuit dat psychische ontwikkelingen het resultaat zijn van de interactie (samenspel/wisselwerking) tussen eigenschappen van een persoon en de invloed van de omgeving. De eigenschappen van een persoon hebben invloed op de omgeving. Als
bijvoorbeeld een persoon die verlegen is om hulp vraagt, kan dit een andere invloed op de omgeving hebben, dan wanneer een brutaler persoon dit doet. Omgekeerd heeft ook de omgeving invloed op gedrag en de ontwikkeling. Als bijvoorbeeld de school of het gezin een kind stimuleert, dan kan de aanleg van een kind beter tot uiting komen, dan wanneer een kind niet gestimuleerd wordt. In dit spel wordt er van uit gegaan dat de omgeving (gedrag van personen) invloed heeft op het gedrag van andere personen en hierdoor een wisselwerking ontstaat.
3. LESMETHODEN
SAMENSPEL is gebaseerd op de lesmethoden begeleid zelfstandig leren, coöperatief leren, huiswerk, klassikaal onderwijs, masterclass, practicum, webquest, probleemgestuurd onderwijs, en “no blame”.
3.1. BEGELEID ZELFSTANDIG LEREN
SAMENSPEL bevat kenmerken van Begeleid Zelfstandig Leren (BZL). BZL is een methode die gehanteerd wordt in het onderwijs en die gebruik maakt van een gedeeld sturen van het leerproces door zowel leerlingen als docenten. Bij BZL hebben leerlingen en docenten ieder hun eigen rol in het leerproces.
De rol van leerlingen wordt gekenmerkt door het zelfstandig verwerven (de leerstof presenteren: de leerstof wordt verzameld en gelezen) en verwerken van de leerstof (de leertaken en opgaven worden aangeboden: de leerstof wordt geoefend met taken en opdrachten. De leerstof wordt actief verwerkt zodat inzichten ontstaan en de leerstof toegepast kan worden).
Leerlingen zijn voorts zelf verantwoordelijk voor de tijdsplanning en de eigen beoordeling. Leerlingen bepalen hun eigen tempo, en het “wanneer, wat, waar en op welke manier” met betrekking tot de leerstof. Op die manier ligt de verantwoordelijkheid voor het leerproces bij de leerlingen zelf.
De rol van docenten bestaat uit het verschaffen van leerstof aan de leerlingen, waarmee deze vervolgens zelfstandig aan de slag kunnen. Docenten zorgen er tevens voor dat leerlingen kennis maken met verschillende werkvormen, zodat het leren zich op verschillende manieren kan ontwikkelen. Tenslotte begeleiden en stimuleren docenten de leerprocessen van de leerlingen.
SAMENSPEL bevat opdrachten, waarbij leerlingen zelfstandig leerstof verzamelen en vervolgens lezen. Vervolgens dient de gelezen stof verwerkt te worden in de vorm van het maken van opdrachten. Docenten en leerlingen dienen zelf afspraken te maken over de termijnen waarbinnen opdrachten gemaakt dienen te worden. Bij een aantal worden de resultaten klassikaal besproken. Docenten kunnen eventueel begeleiden bij het zoeken naar geschikte leerstof. In ieder geval kunnen docenten bij het maken van de opdrachten leerlingen begeleiden en stimuleren.
3.2. COÖPERATIEF LEREN
Coöperatief leren is, zoals de naam al aangeeft, een methode waarbij samenwerking centraal staat. Kinderen leren dus samen. Dit betekent dat leerlingen leertaken samen uitvoeren. Coöperatief leren is het meest effectief wanneer de groep wordt opgedeeld in een aantal kleinere groepen. Binnen deze groepen discussiëren leerlingen samen over de leerstof, wordt uitleg gegeven aan elkaar en informatie uitgewisseld. Ook kunnen leerlingen elkaar overhoren en gebruik maken van elkaars sterke punten. Op die manier leren leerlingen niet alleen van docenten, maar ook van de samenwerking en interactie met andere leerlingen. Deze methode richt zich dus niet alleen op de individuele ontwikkeling en het verwerven van individuele kennis, maar ook op elkaar helpen, initiatief tonen en het samen oplossen van problemen.
De rol van docenten bij coöperatief leren bestaat uit het uit handen geven van verantwoordelijkheid aan de leerlingen zelf. Er dient aan vijf kenmerken te zijn voldaan, voordat gesproken kan worden van coöperatief leren:
1. Leerlingen dienen op een positieve manier van elkaar afhankelijk te zijn om een opdracht succesvol te kunnen maken. Dit kan door middel van een complexe taak, waarbij leerlingen van elkaar afhankelijk zijn qua inzet en hulp. Maar ook door het toebedelen van rollen aan leerlingen.
2. Verantwoordelijkheid van individuele leerlingen: iedere leerling draagt verantwoordelijkheid op het moment dat iedere leerling kan en wordt aangesproken op zijn/haar bijdrage.
3. De interactie is direct: om een groep goed te laten functioneren en het leerproces te stimuleren, speelt interactie tussen leerlingen een belangrijke rol. Dit kan gestimuleerd worden. Om deze doelen te bereiken, moeten groepen relatief klein zijn.
4. Vaardigheden om samen te werken: een goede samenwerking vraagt om vaardigheden om samen te werken. Deze vaardigheden kunnen worden aangeleerd.
5. Evaluatie: hoe is de samenwerking ervaren? Welke dingen verliepen goed en welke punten zouden in de toekomst verbeterd kunnen worden?
Coöperatief leren is bewezen effectief, omdat deze onderwijsmethode zorgt voor betere prestaties van leerlingen in vergelijking met bijvoorbeeld individueel leren. Bovendien heeft coöperatief leren ook een positieve invloed op het zelfvertrouwen en vaardigheden op het sociale vlak. Een verbetering van leerprestaties, meer zelfvertrouwen en toegenomen sociale vaardigheden door coöperatief leren ontstaan door de interacties tussen leerlingen. Vooral uitleg geven en uitleg ontvangen zorgen ervoor dat de leerprestaties van leerlingen aanzienlijk verbeteren.
SAMENSPEL bevat groepsopdrachten, waarbij leerlingen samen leertaken uitvoeren. Binnen deze groepen bespreken leerlingen hoe de opdracht uitgevoerd zal worden en vindt een rolverdeling plaats. Leerlingen kunnen op die manier leren van elkaars kwaliteiten. Op die manier kunnen leerlingen optimaal leren van de samenwerking en de interactie met andere leerlingen. De groepsopdrachten in het spel richten zich niet alleen op de individuele ontwikkeling en het verwerven van individuele kennis, maar ook op elkaar helpen, initiatief tonen, problemen gezamenlijk oplossen en opdrachten samen maken. De groepsopdrachten voldoen aan de vijf voorwaarden, die coöperatief leren effectief maken. De groep wordt opgedeeld in kleinere subgroepen en binnen iedere subgroep heeft elke leerling een eigen taak. Tijdens het maken van groepsopdrachten, dient bekeken te worden in welke mate de samenwerkingsvaardigheden aanwezig zijn of verder dienen te worden ontwikkeld. Na afloop van de groepsopdrachten vindt een groepsevaluatie plaats en zullen punten aan bod komen waarvoor leerlingen complimenten verdienen. Tevens is het de bedoeling dat ook punten, die in de toekomst verbeterd zouden kunnen worden, aan bod komen.
3.3 HUISWERK
Het huiswerk bestaat uit schoolse taken die leerlingen thuis maken of terwijl ze nog op school zijn, maar in ieder geval buiten de lessen. Het huiswerk kan bestaan uit de leerstof leren (leren van woordjes, een hoofdstuk uit een boek, leren van grammatica, een bibliotheekbezoek, etc.) of het maken van opdrachten (vragen beantwoorden, invuloefeningen, practica uitvoeren, boekbesprekingen, etc.). Huiswerk heeft als doel het herhalen van de leerstof, het leren van verantwoordelijkheid en plannen. Maakwerk geeft docenten bovendien handvatten om te beoordelen in hoeverre de leerstof door leerlingen kan worden toegepast.
SAMENSPEL bevat elementen van de onderwijsmethodiek huiswerk. Leerlingen krijgen individuele opdrachten, die buiten de lesuren gemaakt dienen te worden.
Binnen SAMENSPEL bestaat huiswerk uit het maken van opdrachten (artikelen zoeken, het maken van tekeningen en stripverhalen, het zoeken naar personen via internet of de fysieke omgeving, etc.). De individuele opdrachten beogen te zorgen voor het opdoen van kennis, verdieping van kennis, gebruik maken van talenten, het maken van een tijdsplanning, maar vooral het hebben van plezier.
3.4. KLASSIKAAL ONDERWIJS
Klassikaal onderwijs (frontaal onderwijs) is een traditionele onderwijsmethode, waarbij docenten lesgeven aan groepen leerlingen. Deze methode wordt nog steeds gehanteerd, omdat instructie geven in groepsverband als een essentieel onderdeel wordt gezien voor het kunnen boeken van bevredigende leerresultaten.
SAMENSPEL maakt gebruik van het klassikaal onderwijs, omdat SAMENSPEL docenten uitnodigt leerlingen voor te lichten, te instrueren en verdieping te zoeken aangaande de antwoorden op de vragen die door SAMENSPEL worden aangeboden. Ook zijn er een aantal vragen in SAMENSPEL opgenomen zonder antwoorden. Bij deze categorie vragen is de klassikale rol van docenten mogelijk nog groter. In beide gevallen kunnen docenten discussies in gang zetten, deze in goede banen leiden en ervoor zorgen dat iedere leerling de kans krijgt op zijn/haar inbreng.
3.5. MASTERCLASS
Masterclasses zijn lessen/cursussen die verzorgd worden door deskundigen met specifieke vakkennis.
SAMENSPEL hanteert tevens de opzet van de masterclass. SAMENSPEL bevat opdrachten, waarbij leerlingen mensen met bepaalde beroepen, aandoeningen (mensen met leerstoornissen, mensen met aangeboren of verworven handicaps) en specifieke ervaringen (mensen die verslaafd zijn geweest, slachtoffers van verkeersongelukken, etc.) als ervaringsdeskundigen uitnodigen. Leerlingen kunnen leren van deze ervaringen: het voorbereiden en het stellen van vragen, het vergroten van het empatisch vermogen en begrip, herkenning, en het wegnemen van vooroordelen.
3.6. PRACTICUM
Practica zijn (praktische) opdrachten met als doel het beoefenen van vaardigheden en/of een beter begrip van de leerstof.
SAMENSPEL bevat individuele opdrachten en groepsopdrachten, die een breed scala aan doelen beoogt te bewerkstelligen. Waaronder het oefenen van vaardigheden en talenten en een beter begrip en kennis van de onderwerpen die in dit spel zijn opgenomen. Maar ook het oefenen van samenwerking, meer begrip en empathie voor mensen die als anders worden beschouwd, tijdsmanagement, het voorbereiden van interviews, terughoudendheid in het hebben van een mening en het verlagen van de drempel om problemen te bespreken.
3.7. WEBQUEST
Webquest is een onderwijsmethode, waarbij gebruik gemaakt wordt van internet. Bij webquest zijn de opdrachten interactief en activerend. Het gaat niet alleen om het opzoeken van informatie, maar ook om het hebben van een rol in een groep. Op deze manier vormen leerlingen een samenwerkingsverband, waarin ze voor een effectieve samenwerking van elkaar afhankelijk zijn. Om de opdrachten te kunnen maken, dient gebruik te worden gemaakt van het internet. Deze methode kan ingezet worden op de basisschool en in het voortgezet onderwijs. Webquests bestaan uit de volgende onderdelen:
Een inleiding;
De opdracht;
Manier van werken;
De bronnen van informatie;
De beoordeling;
De conclusie;
De inbreng van de docent.
SAMENSPEL bevat individuele opdrachten en groepsopdrachten, waarbij gebruik gemaakt dient te worden van internet. De groepsopdrachten in SAMENSPEL, waarbij leerlingen gebruik dienen te maken van het internet, gaan uit van de principes van webquest. Leerlingen worden ingedeeld in kleinere groepen en spelen een eigen rol met bijbehorende taak in het realiseren van de groepsopdrachten. De leerlingen bespreken onderling hoe de groepsopdrachten uitgevoerd zullen worden, waarbij aandacht is voor de rolverdeling, het maken van de opdracht en het presenteren van het resultaat. Op die manier kunnen leerlingen, net zoals bij coöperatief leren, gebruik maken van elkaars sterke punten. Leerlingen kunnen leren van de samenwerking en interactie met andere leerlingen. De groepsopdrachten in SAMENSPEL beogen niet alleen individuele ontwikkeling en het opdoen van kennis, maar ook samen opdrachten maken en problemen oplossen, elkaar helpen en initiatief tonen. Net zoals bij coöperatief leren, dient gekeken te worden in hoeverre samenwerkingsvaardigheden aanwezig zijn of verbetering behoeven. Na afloop van iedere webquest dient een groepsevaluatie plaats te vinden, zodat besproken kan worden welke punten geen en welke punten wel verbetering behoeven.
3.8. PROBLEEMGESTUURD ONDERWIJS
Probleemgestuurd onderwijs (PGO) is een vorm van actief leren, die lesmethoden aanbiedt die het beste aansluiten bij het natuurlijke leervermogen van mensen. Uitgangspunten hierbij zijn:
● kennis verwerf je alleen op een actieve manier en kun je niet overdragen;
● kennis wordt opgeslagen in neurologische netwerken. Als je leert, worden deze
netwerken groter;
● kennis die je leert in de praktijk kun je beter onthouden en toepassen.
Om deze uitgangspunten te kunnen realiseren, kenmerkt deze methode zich door samenwerking in kleinere groepen, docenten die het leerproces van leerlingen mogelijk maken (‘facilitator’) en leerstof die bestaat uit problemen met een ‘open einde’. Op die manier worden leerlingen gestimuleerd om verantwoordelijkheid te nemen en de richting te bepalen van hun leerproces onder begeleiding van de docent. Deze methode kan gebruikt worden om kennis en sociale vaardigheden (discussiëren, samenwerken, presenteren) op te doen, de communicatie en het vermogen om problemen op te lossen te ontwikkelen en stimuleren, en het aanleren van zelfgestuurde leervaardigheden te bevorderen. De taken die deze methode hanteert zijn divers; discussie, acties, probleem oplossen en studietaken, m.b.v. boeken, artikelen en opdrachten. Het probleemgestuurd onderwijs gaat uit van 7 fasen, waarbij de eerste vijf fasen de voorbespreking vormen (terminologie duidelijk maken, probleemstelling formuleren, brainstormen, probleemanalyse, leerdoelen formuleren). Na de voorbespreking wordt alleen of in kleine groepen gewerkt aan zelfstudie. In de laatste fase vindt de evaluatie van leerdoelen plaats.
SAMENSPEL maakt gebruik van enkele elementen uit het probleemgestuurd onderwijs. Een deel van de vragen doet een beroep op de actieve manier van kennisverwerving. Er is sprake van samenwerking in kleinere groepen en begeleiding van het leerproces door docenten. Leerlingen worden gestimuleerd om onder begeleiding van de docent de richting te bepalen van hun leerproces. Op die manier worden kennis en sociale vaardigheden (discussiëren, samenwerken, presenteren) vergroot en wordt een beroep gedaan op het vermogen om problemen op te lossen.
3.9. NO BLAME
No blame is een methode die handvatten biedt hoe om te gaan met pesten. No blame gaat er vanuit dat er gepraat moet worden over pesten, in plaats van het geven van straffen. Pester(s) en slachtoffer(s) gaan met elkaar in gesprek, daarbij ondersteunt door volwassenen (pestcoördinator). In deze gesprekken komt aan bod waaruit de oplossing(en) bestaat (het slachtoffer wordt niet meer gepest). Na afronding van dit proces vindt een evaluatiegesprek plaats. Docenten kunnen deze methode leren via cursussen.
In SAMENSPEL is het thema ‘pesten’ opgenomen. Ook bij de opzet in SAMENSPEL is uitgegaan van de effectiviteit van praten over pesten en het aanstellen van coördinatoren (leerlingen), maar tevens en in tegenstelling tot no blame het corrigeren/straffen. De vragen in SAMENSPEL over pesten, dienen een bewustzijnsverandering bij pesters teweeg te brengen, waarbij de gevolgen van hun handelingen voor slachtoffers centraal staan. Tevens wordt aandacht besteed aan de dynamiek van pesten, de groep “meelopers” en hoe je pesten kunt stoppen.
We gebruiken cookies om websiteverkeer te analyseren en de ervaring op je website te optimaliseren. Als je het gebruik van cookies accepteert, worden je gegevens gecombineerd met de gegevens van alle andere gebruikers.